XINJIANG, THUIS BIJ DE OEIGOEREN

Meer Afghanistan dan China. Kebab in plaats van paksoi, champignonsoep en witte rijst. Denk vooral ook niet aan rode lampionnen, want je zit hier vol in Centraal-Azië, veelal op slechts enkele kilometers van landen als Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan en Pakistan.

Moslims, in plaats van boeddhisten en taoïsten. Soennieten. En China is er vreselijk benauwd voor. Dat heb ik wel gemerkt bij het vertrek naar en van de locale luchthavens. Vijfmaal door een poortje is niets. Cabinebagage? Uitgesloten. Als je pech hebt, zoals iemand voor me in de rij die van Ürümqi naar het 2.200 km verderop gelegen Beijing wilde vliegen, moet je zelfs je mobieltje ontleden. Het apparaat zelf wordt dan ingecheckt, dus in de grote koffer, en het batterijtje mag je met een beetje mazzel in je jaszak stoppen. Hmm. Het kan uren duren.

En inmiddels aangekomen in Hongkong, ben ik eindelijk in de gelegenheid om mijn websites bij te werken. Want zoiets als bloggen, je mening ventileren, dat wil de Chinese overheid niet. Sites als WordPress en Blogspot worden daarom geblokkeerd. (Naïef, dat ik daar geen rekening mee heb gehouden.) Maar dat zijn dan ook de enige minpunten van een reis als deze, in de voetsporen van Marco Polo over de zijderoute.

Over de rest van China kom ik nog bij u terug. In de regel minder positief.

Xinjiang is de meest noordwestelijke uithoek van dat immense land met 1.3 miljard inwoners. Met Ürümqi als hoofdstad. Ze noemen het een autonome provincie, maar daar geloof ik dus niets van. Daar heb je geen week voor nodig.

Xingjiang is een heel ander “land”, ook met een volledig afwijkende cultuur. Werkelijk alles is anders. En heel veel zand, met daaronder ook heel veel olie. Aan de randen van de op één na grootste woestijn ter wereld, de Taklamakan, immense bergen en gletsjers, met evenzeer immense hoeveelheden mineralen. Het een heeft met het ander te maken, daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben. Niks autonoom. Onder de knoet, klein houden en controleren. Heel veel en heel vaak controleren. Laten wachten. In de rij. Machtsvertoon, arrogantie van de Han-Chinezen, die je als vanzelfsprekend voor moet laten gaan omdat ze je van de weg af rijden. Van Tibet weten we het een en ander in dat verband, van de Oeigoeren bijna niks.

Des te mooier om te constateren dat die Oeigoeren gewoon (nog) hun leven blijven leiden. In Ürümqi moet je daarvoor niet zijn, maar wel in veel kleinere plaatsen als Kashgar, Hotan en Turpan… Laat je verbazen, door vriendelijke mensen, door de eeuwenoude rituelen die zich nog dagelijks afspelen. Ambachtelijke huiskamerindustrie, handenarbeid. En echt niet voor de toeristen, want die zijn er amper. Ondanks al dat zand, toch zoveel kleurige mensen. Al die geuren, al die geluiden, al die specerijen, al die soorten thee, al die rozijnen, al die noten, al die vruchten, al dat speciale brood… Zoveel authenticiteit, in een door de buitenwereld overgeslagen gebied.

Het is meer dan fascinerend om daar eens een paar weken deel van uit te maken. Alleen maar luisteren, kijken en ervaren. Leren begrijpen waarom die Zijderoute zo belangrijk was. Dat gaat om zoveel meer dan “zijde”. Niet alleen een wereld aan producten die over en weer van het Verre Oosten naar India en uiteindelijk Europa werden vervoerd, maar ook al die mensen van de vele verschillende aangrenzende landen, met hun religies en gewoonten, hun kleding en hun taal, hun eten en hun drinken. Als bepaalde plaatsen en vooral ook de mensen dan relatief amper zijn veranderd – ja, ze hebben wel allemaal een smartphone en satellietontvangst, en rondom het oude centrum staan veelal dezelfde appartementencomplexen die overal in de wereld het stadsbeeld bepalen – dan maak je dus deel uit van een nog tastbare geschiedenis die teruggaat tot vóór onze jaartelling. Ik durf dat wel bijzonder te noemen.

Een aanrader. In plaats van de Chinese Muur en het eeuwige terracottaleger van Xian. Dat kan altijd nog. Maar dat die Oeigoeren er nóg een paar eeuwen in zullen slagen om zich staande te houden tussen al het geweld van een zich stormachtig ontwikkelend “umfeld”, dat lijkt uitgesloten. Hoe taai ze ook zijn.

Mooi en kleurrijk. Wat je noemt ‘authentiek’. Maar hoe lang nog?

Een reactie op “XINJIANG, THUIS BIJ DE OEIGOEREN

  1. Heel mooi verslag van iemand die noch godsdienstig, noch cultureel-etnisch is bevooroordeeld Hr. Westphal.
    En hartelijk dank voor uw aandacht voor dit “vergeten” volk. Totale assimilatie is inderdaad het doel van de Chinezen.

    Like

Wat vind je eigenlijk zelf?

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.